De Tao van Poeh en Progressief Altena
Kerst 2014. Een kerst op de bank met hot coldrex, keeltabletten, neusspray en veel tissues binnen handbereik. Enigszins geveld door griep, maar gelukkig nog wel in staat om te lezen vind ik een boek gekregen in 1991 van een schaatsvriendin. Ze gaf het aan me toen ik op het punt stond een lange verre reis te maken. Met levenslessen uit verre oorden: De Tao van Poeh geschreven door de Amerikaan Benjamin Hoff (1982). De ondertitel luidt: De Kunst van het Zijn geopenbaard door de Beer met maar een klein beetje Verstand.
Mededogen
Het fundamentele taoïsme is eenvoudig een bepaalde manier van werken met alles wat er gebeurt in het dagelijks leven, het te waarderen en ervan te leren. De belangrijkste term van het taoïsme is tz’oe die je zou kunnen vertalen als ‘geven om’ of ‘mededogen’ en is gebaseerd op het karakter voor hart. Mededogen brengt moed voort. Het brengt ook wijsheid met zich mee. Het is nogal veelzeggend dat zij die geen mededogen hebben, ook geen wijsheid hebben. Zij beschikken over kennis; een zekere mate van schranderheid, maar zij kennen geen wijsheid. Een schrandere geest is geen hart. Kennis geeft niet werkelijk om anderen. Wijsheid wel. Het is ook veelzeggend dat ‘cor’, het Latijnse woord voor ‘hart’, de basis vormt voor het woord ‘courage’.
Kies voor de toekomst!
In dit prachtige boekje wordt de lezer door de leer van het Taoïsme geleid. Niet op een droogstoppelige Academisch Deskundige wijze, maar aan de hand van de belevenissen van Poeh beer en zijn vrienden Janneman Robinson, Knorretje, Konijn, Kanga, Roe, Teigetje, Uil en Iejoor. Bij de epiloog van het boek, moest ik denken aan de kernboodschap van Progressief Altena, te vinden onder de noemer ‘vooruitgang’ op onze website: Kies voor de toekomst!
Ons mooie Altena is een heerlijk gebied om te wonen, te werken en te recreëren. Het lijkt erop dat we weinig reden hebben tot klagen. Progressief Altena wil die heerlijkheid aan volgende generaties doorgeven. Maar daar moeten we wel wat voor doen. Want er zijn veranderingen op komst. Door de vergrijzing zal de beroepsbevolking afnemen. Dat betekent minder schouders voor zwaardere lasten.
Een tweede verandering is dat de lokale overheid er veel taken bijkrijgt. En een derde factor is de vraag: “houdt ons milieu het nog wel?” Al deze ontwikkelingen nopen tot een herbezinning op mensen en middelen.
Woud van de Realiteit
Hoff schrijft in de epiloog het volgende: In de ochtendzon, in de avondschemering reist een kleine Beer door het Woud. Waarom gingen we met hem mee toen we nog zoveel kleiner waren? Hij is per slot maar een Beer met een Heel Klein Beetje Verstand. Maar is Verstand wel zo belangrijk? Is het werkelijk het Verstand dat ons brengt waar we heen moeten? Of is het maar al te vaak dat Verstand dat ons de verkeerde kant uit stuurt, dat ons de echo van de wind in de boomtoppen doet volgen waarvan we denken dat hij echt is, in plaats van te luisteren naar de stem in ons binnenste die ons de weg wijst? Verstand kan allerlei dingen doen, maar de dingen die het kan zijn niet de belangrijkste. De abstracte verstandelijkheid van de geest scheidt de denker alleen maar van de wereld van de realiteit, en die wereld, het Woud van de Realiteit, is er nu jammerlijk aan toe, vanwege te veel mensen die teveel denken en er te weinig om geven. Ondanks alles wat het denken van veel mensen hen graag wil doen geloven, mag die fout niet veel langer worden gemaakt, wil iedereen blijven voortbestaan. De enige kans die we hebben om een stellige ramp af te wenden is een andere benadering te vinden, en te leren wijsheid en tevredenheid naar waarde te schatten. Dat zijn dingen waarnaar toch al wordt gezocht, door middel van Kennis en Verstand, maar Kennis en Verstand kunnen zulke dingen niet verschaffen. Dat hebben ze nooit gekund en dat zullen ze ook nooit kunnen. We kunnen ons niet meer veroorloven zo verschrikkelijk hard naar iets te zoeken, op de verkeerde manier en in de verkeerde hoek. Als we toelaten dat Kennis en Verstand doorgaan met de boel af te breken, zal het niet lang meer duren voor ze al het leven op aarde zoals wij het nu kennen vernietigd hebben en het weinige dat misschien nog tijdelijk voort bestaat zal de moeite van het aankijken niet waard zijn, zo wij daar dan al toe in staat mochten zijn. De meesters van het leven kennen de Weg, want zij luisteren naar de stem in hun innerlijk, de stem van wijsheid en eenvoud, de stem wiens rede verder gaat dan het Verstand en wiens weten verder gaat dan Kennis. Die stem is niet alleen de kracht en het eigendom van enkelen, maar is aan iedereen gegeven, zij die er aandacht aan schenken worden te vaak veeleer bejegend als uitzondering op de regel dan als voorbeeld van de regel die van kracht is, een regel die van toepassing kan zijn op ieder die er gebruik van maakt. In elk van ons zit een Uil (waarbij het draait om Kennis ter wille van het Zich Wijs Voordoen), een Konijn (Kennis ter wille van het Knap zijn), een Iejoor (Kennis ter wille van het Zielig Doen over ’t een of ander) en een Poeh. We hebben al te lang voor de weg van Uil en Konijn gekozen. Nu zitten we, net als Iejoor, te klagen over de gevolgen. Maar daar bereiken we niets mee. Als we slim zijn, kiezen we de weg van Poeh (de Eenvoud van het ‘Ongekerfde Blok’, bruikbare wijsheid, de wat-hebben-we-te-eten wijsheid, wijsheid die je kunt beetpakken). Als van verre roept hij ons toe met de stem van een kindergeest, misschien is hij soms moeilijk te horen, maar toch is hij van belang, omdat we zonder hem nooit de weg door het Woud zullen vinden.
Een progressief, liefdevol 2015 toegewenst,
Paula Jorritsma