Logo van Progressief Altena

Samen kom je verder!

[maxmegamenu location=max_mega_menu_1]

Geldzorgen bij nieuwe vluchtelingen

Gepubliceerd: 26 november 2014

Help voedselbank en schulden voor nieuwe vluchtelingen voorkomen

Momenteel vindt er een toename plaats van het aantal vluchtelingen dat in Altena gehuisvest wordt. Mensen dus die een vergunning hebben voor een bepaalde tijd en die een huis toegewezen krijgen door één van de woningbouwcorporaties die onze streek rijk is. Net als een groot aantal autochtone inwoners van onze gemeente leven deze vluchtelingen van een bijstandsuitkering waar, na aftrek van de huur, de zorgverzekering en de nutsvoorzieningen weinig tot (minder dan) niets van over is. Het leefgeld bestaat veelal uit de huurtoeslag, de zorgtoeslag en de kindertoeslag die van de belastingdienst ontvangen wordt.

Tussen het moment van aanvraag bij de belastingdienst en het moment van ontvangen van de eerste toeslagen zit echter minimaal twee tot drie maanden (en dan heb je al veel geluk). Dat betekent dat vluchtelingen die in Altena komen wonen in heel veel gevallen gedurende de eerste maanden veroordeeld zijn tot de voedselbank en niet zelden gelijk schulden maken. Dit is een schrijnende situatie die je niet moet willen in je gemeente.

Twee voorbeelden van hoe het kan lopen met de toeslagen:

In het kader van gezinshereniging kan een vrouw zich bij haar man voegen. Er wordt zorgtoeslag voor haar aangevraagd. Anderhalf jaar na haar komst is nog altijd niets ontvangen. Er zit ergens een fout in het systeem van de belastingdienst en het lukt maar niet die op te lossen. Het echtpaar kan het financieel net redden, tot het moment waarop er rekeningen binnendruppelen voor ziektekosten uit de periode van verblijf in het AZC en van recentere datum. Door afbetalingsregelingen te treffen kunnen alle lopende rekeningen net betaald worden, maar voor voedsel is nagenoeg niets over. De gang naar de voedselbank wordt gemaakt.
Een vrouw vestigt zich in onze gemeente. Ze krijgt een eengezinswoning toegewezen. Aan bijstandsuitkering krijgt ze rond de 900 euro toegekend. Daarvan betaalt de gemeente op voorhand de huur en de zorgverzekering. Wat resteert is nog geen 100 euro die ze maandelijks op haar rekening gestort krijgt. Daarvan moet ze zelf 155 euro aan gas, water en elektra betalen en circa 65 euro aan telefoon, televisie en internet. Noodgedwongen schieten de rekeningen van Essent er bij in. Boetes worden opgelegd en afsluiten van gas en elektra dreigt. Eten doet deze vrouw van de voedselbank in een kamertemperatuur die niet boven de 17 graden uitkomt. Tweeënhalve maand na vestiging is er nog geen zicht op uitbetaling van de te verwachten zorg- en huurtoeslag (72 plus 327 euro).

N.a.v. bovenstaande constateringen stelde Progressief Altena tijdens de algemene beschouwingen (11/11/14) het volgende voor:

  • te onderzoeken of het mogelijk is vluchtelingen gedurende de eerste maanden van huisvesting maandelijks een lening te verstrekken in de orde van grootte van de in redelijkheid te verwachten huur- en zorgtoeslag;
  • te onderzoeken of het mogelijk is deze lening te verrekenen met de uitkering of het vakantiegeld nadat – met terugwerkende kracht – de eerste gelden van de belastingdienst ontvangen worden;
  • de bevindingen in december of januari gemotiveerd aan de raadscommissie Inwoners voor te leggen.

E.e.a. was vastgelegd in een motie die we uiteindelijk niet in stemming brachten. Ambtelijk had Progressief Altena op de motie onderstaande reactie ontvangen. Een reactie die door wethouder vd Ven ook gebruikt is bij zijn beantwoording in de raad:

Op dit moment verstrekt Loket Altena aan elke vluchteling die vanuit het COA zich huisvest in onze gemeente een overbruggingsuitkering. Dat doen we op basis van ons beleid bijzondere bijstand. Deze overbruggingsuitkering bedraagt maximaal 6 weken het normbedrag van de van toepassing zijnde bijstandsuitkering. De overbruggingsuitkering wordt ‘om niet’ verstrekt. Het is dus geen lening.

Vanaf de datum inschrijving GBA kan een aanvraag worden ingediend voor een WWB uitkering en meteen op dat moment wordt de overbruggingsuitkering toegekend.

Daarnaast ontvangen de vluchtelingen een lening voor de inrichting van hun woning. De lening moet worden afgelost in 36 maandelijkse termijnen. Meestal is de lening hoger dan het bedrag wat in 36 maanden wordt afgelost. Het restant wordt dan na drie jaar kwijtgescholden.

Het klopt dat de belastingdienst tegenwoordig de huurtoeslag en de zorgtoeslag rechtstreeks naar de betrokkene overmaakt. Het is sinds zo’n twee jaar niet meer mogelijk dat de fiscus op basis van een machtiging de toeslagen naar derden (zoals de gemeente) overmaakt. Soms duurt het inderdaad enkele maanden voordat de huurtoeslag ontvangen wordt. Dat heeft te maken met controles die de fiscus uitvoert, na geconstateerde fraudepraktijken door groepen Roemenen en Bulgaren enkele jaren geleden.

Wanneer wij de eerste drie maanden, naast de overbruggingsuitkering en de lening inrichtingskosten, nog een lening van € 150 per maand (dit was het bedrag dat in de eerste versie van de motie stond genoemd, CV) zouden toekennen, weten we op voorhand zeker dat deze niet terugbetaald zal worden. We kunnen dat namelijk niet verrekenen na ontvangst van de gelden van de belastingdienst, omdat de betrokkene al maandelijks aflost op de lening inrichtingskosten. In ons beleid staat dat we na 36 maanden openstaande restantleningen kwijtschelden.

Het klopt dat betrokkenen de eerste maanden vaak gebruik maken van de Voedselbank Altena.

Bij aanvragen van ‘niet-vluchtelingen’ is dat meestal niet het geval, want deze mensen hebben in de meeste gevallen al huur- en zorgtoeslag en hoeven dus niet te wachten op toekenning door de fiscus. Bij hen loopt dat gewoon door als ze in de bijstand komen.

Wanneer de motie zou worden overgenomen, ontstaat er verschil in benadering van vluchtelingen en niet-vluchtelingen. Dit wordt niet wenselijk geacht.

Nav bovenstaande ambtelijke reactie de volgende op- en aanmerkingen:

  • De overbruggingsuitkering lijkt een luxe, maar is het niet. Vluchtelingen komen onze gemeente in zonder enige financiële middelen. Ze doen een aanvraag voor een uitkering. Beoordeling daarvan duurt enige weken. Ter overbrugging naar de uiteindelijke toekenning wordt een overbruggingsuitkering verstrekt. Met moet immers ergens huur, voedsel ed van kunnen betalen……
  • Ook de lening voor inrichting van de woning lijkt heel wat. Stelt u zich echter, afhankelijk van de gezinssamenstelling, een bedrag voor van 3,5 tot 5 duizend euro voor stoffering, meubels, koelkast, gasfornuis, potten en pannen, beddengoed, wasmachine, televisie enz.enz. Een bedrag dat bovendien met bonnetjes verantwoord moet worden.
  • Tot slot het verschil in benadering van vluchtelingen en niet-vluchtelingen: In onze optiek bestaat dat verschil al. Een niet-vluchteling krijgt immers geen inrichtingskrediet en ook geen overbruggingsuitkering. Men start immers vanuit een heel andere positie.

Het probleem dat Progressief Altena voor u schets is relatief nieuw. Dat komt omdat pas sinds 2014 de huurtoeslag rechtstreeks overgemaakt wordt aan de huurder. Voorheen ging het naar de verhuurder en werd het op voorhand verrekend met de te betalen huur. Sinds 2014 betalen huurders echter de volle pond aan de verhuurder, ongeacht of zij wel of niet al huurtoeslag ontvangen hebben.

E.e.a. overziend komt Progressief Altena opnieuw bij u met de vraag om iets te doen aan de schrijnende financiële situatie die kan ontstaan bij vluchtelingen die zich nieuw in onze gemeente vestigen. PA vraagt hierbij niet om een schenking, maar slechts om een tijdelijk maandelijks voorschot zolang de belastingdienst niet met de toeslagen over de brug komt en slechts wanneer vluchtelingen daadwerkelijk in de financiële problemen komen. De lening zou in één keer terugbetaald kunnen worden wanneer de toeslagen met terugwerkende kracht uitgekeerd worden of zou verrekend kunnen worden met het vakantiegeld.

Mocht een dergelijke aanpak om enigerlei reden niet mogelijk zijn dan is het wellicht een idee om na te gaan of één van de volgende drie constructies wel uitvoerbaar is:

  1. Als gemeente gaan we soepeler om met het verstrekte inrichtingskrediet. We maken het mogelijk een deel van dit krediet tijdelijk te gebruiken voor levensonderhoud en reguliere betalingen. Zodra de toeslagen zijn ontvangen wordt de woninginrichting afgemaakt en worden de laatste gewenste bonnen overhandigd.
  2. Zolang de huurtoeslag niet ontvangen wordt, brengen woningcorporaties slechts dat bedrag aan huur in rekening dat overblijft na aftrek van de te verwachten huurtoeslag. De gemeente dient als achtervang in geval de vluchteling verzaakt de met terugwerkende kracht ontvangen huurtoeslag op termijn aan de verhuurder over te maken.
  3. De gemeente geeft vluchtelingenwerk financiële speelruimte waaruit leningen verstrekt kunnen worden aan vluchtelingen. Ook hier weer met de gemeente als achtervang.

Natuurlijk realiseren wij ons dat hetgeen wij u voorleggen feitelijk geen gemeentelijk, maar een rijksprobleem is. Een (‘snelle’) oplossing zien wij daar echter niet gebeuren. Ondertussen kunnen nieuwe inwoners van onze gemeente echter wel verstoken blijven van bad (water, gas, electra) en brood (voedselbank als redder). Dat is een beeld dat niet past bij een gemeente die de zorg voor de kwetsbaren hoog in het vaandel heeft.

20 november 2014

Namens Progressief Altena,

Corine Verweij

Deel dit artikel op: