Hoe krijgen we de zorg voor elkaar?
De zorgavond vindt plaats op 18 november 2013 in Wijkestein te Aalburg. Aanvang 20 uur, vooraf een inloop, waarbij koffie. Paula Jorritsma, voorzitter van PA, heet allen welkom. De gespreksleiding heeft Marian van der Wal, ex-wethouder van Aalburg en de eerste voorzitter van de PvdA-afdeling Altena. De eerste helft van het programma bestaat uit drie informatieve inleidingen, die gaan over de zorgsituatie in Altena in het licht van de grote veranderingen die Den Haag oplegt aan de gemeenten, over de gevolgen van de beperking van AWBZ tot verpleging en persoonlijke verzorging voor de woon- en thuiszorg voor ouderen en over de toename van het gewicht en de reikwijdte van de zorg die van huisartsen wordt gevergd.
Janpeter Hazelaar is adviseur versterking WMO bij Zorgbelang Brabant – een instelling die patiënten, zorgconsumenten en WMO-raden ondersteunt. Hij geeft een algemene schets van de zorg die in Altena aanwezig is, maar gaat vooral in op de nieuwe zorgtaken die op de gemeenten afkomen. Hij besluit zijn verhaal met twee stellingen. De ene stelling betreft wat hij het grootste probleem vindt bij al die gaande en nabije veranderingen in de zorg, de andere stelling gaat over de vernieuwing waar hij het meeste van verwacht.
Cor van Toorn, de directeur van Wijkestein, legt beknopt uit hoe in een woon-zorgcomplex als Wijkestein de zorg is georganiseerd en gemoderniseerd en hoe langs die weg ook thuiszorg daarbuiten kan worden geboden. Welke gevolgen zal de aanstaande overdracht van woon-zorgtaken aan de WMO hebben? Hoe zal de Notenhoff in Andel nog vol te krijgen zijn als het verblijf in zo’n instelling niet langer uit zoiets als de AWBZ wordt bekostigd?
Huisarts M.A.M.U. Vermeulen uit Dussen, betrokken bij landelijke discussies over de toekomst van eerstelijnszorg, zet uiteen wat er allemaal in de huisartsenpraktijk en de context daarvan op het punt staat te veranderen. Niet alleen de gemeenten krijgen meer taken, de huisartsen ook. Kan de bureaucratie minder worden? Kan, bij voorbeeld het CIZ weg, als er meer wordt toevertrouwd aan de huisarts (en de wijkzuster)?
Na een pauze verhaalt secretaris Jolanda Verschoor namens het Zorgcollectief Altena over het ontstaan van dit samenwerkingsverband van kleine zorgaanbieders in ons gebied, zoals vanavond present. Zij allen willen de zorg min of meer kleinschalig, min of meer in directe samenspraak met de betrokkenen aanbieden – in ieder geval op mensenmaat. En zij gaan ervan uit dat hun samenwerking daarvoor hard nodig is. Jolanda bespreekt waarom, juist nu de gemeenten zoveel taken extra krijgen, dit initiatief nuttig en vruchtbaar is.
Dan volgen presentaties van kleinschalige, particuliere zorgondernemers – bijna allemaal lid van het Zorgcollectief – die allen meedingen naar de éne Zorgbokaal van Progressief Altena, maar evenwel behoorlijk verschillen in werkwijze, omvang, organisatievorm en de mate waarin zij ondersteuning wel of niet kunnen ontberen. In de presentaties gaat het in ieder geval ook over de steun die ze van de gemeenten verwachten. De presentaties worden, zo mogelijk, gebaseerd op de websites van de bedrijven.)
Wim Sterrenburg, oudgediende als mantelzorger in Waardhuizen, vertelt wat hij concreet aan zorg doet en deed, voor wat voor mens dat is en was, waarom hij eraan begon en ermee is doorgegaan, welke obstakels hij tegenkwam en hoe hij ze overwon maar soms ook niet, welke ondersteuning hij van anderen kreeg (buurt, kerk, gemeente, provincie, rijk?) en welke steun hij miste en nu nog verlangt en verwacht. (Deze vragen zullen bij elke presentatie aan de orde komen.)
Ben van Essen (spreekt voor de Almkerkse club die ‘Vrienden voor het leven’ heet. Zij hebben een duo-fiets bij elkaar gecollecteerd en ze begeleiden nu bejaarden op fietstochtjes, die deze wel samen maar niet alleen weer willen ondernemen. Hoe is die club ontstaan en hoe weet die zich te redden na de succesvolle start? Vragen, zoals aan de mantelzorger gesteld, komen terug, maar daarnaast ook: Redt de club zichzelf of hebben ze ook hulp anderen nodig? Wat kan de gemeente voor zo’n initiatief betekenen?
De familie Bronsgeest heeft een opvanghuis voor kinderen. Hoe krijgen zij het voor elkaar in deze woelige dagen met vaag maar dreigend overheidsbeleid?
Kees van Vugt heeft het over het fenomeen BusDus. Dit is een initiatief in het kader van De Vleet, de stichting voor Welzijnswerk in Woudrichem. Zie het als een mobiel JOP, waarmee vrijwilligers wekelijks door Woudrichem toeren, om problemen bij jongeren te achterhalen en hen daarbij te begeleiden. Hoe typerend is dit initiatief voor een welzijnsorganisatie zoals De Vleet? Hoe komt de gemeente tegemoet aan de kosten ervan?
Cora van den Tol van de Enghoeve in Uitwijk bespreekt wat zo bijzonder is aan deze zorgboerderij. Aan de extra zorg, die sommige kinderen nodig hebben om zich behoorlijk te kunnen ontwikkelen, werken volwassenen van buitenaf mee; ze doen dat in het kader van respijtzorg of van hun eigen revalidatie. Kinderen, jeugdigen en volwassenen delen hier met elkaar de zorg en zelfs liefde voor paarden. Wat heeft deze boerderij aan het kwaliteitskeurmerk van de landelijke Federatie van Landbouw en Zorg (”Kwaliteit laat je zien”)?
Zorgboerderij Den Hill in Babyloniënbroek wordt gepresenteerd door mevr. M. van Andel. Deze boerderij biedt (volwassen) mensen met een beperking dagbesteding en zij kunnen er ook logeren. Opnieuw komt de vraag op, wat deze zorgboerderij aan steun heeft van de landelijke organisatie, of juist aan steun mist. Is de ervaring met de(zelfde) landelijke federatie op deze boerderij anders dan op Den Hill? Hoe gaan de twee betrokken gemeenten daarmee om?
(Er zijn nog meer boerderijen in Altena die de weg naar de zorg zijn ingeslagen. Bij voorbeeld: de zorgboerderij, geheten “De Boer Op”, gelegen onder Dussen. Daar wonen en werken Johan Akkerman, een moderne boer (behorend tot de vierde generatie die hetzelfde land bewerkt) en Noldine van Wijk, sociaal pedagogisch hulpverlener van beroep (maar ook van boerenafkomst) Mensen met beperkingen of gedragsproblemen kunnen, veilig begeleid, hun dag besteden op hun melkveehouderij. Johan en Noldine hebben een mooie en heldere website (www.deboeropindussen.nl)
Monigue Sassen presenteert De Herbergier, in de gedaante waarin die in Dussen voorkomt. Hier wonen 16 lijders aan dementie, begeleid door circa 25 medewerkers. Wat is de bijdrage van de koepelorganisatie De Herbergier? Is die anders dan die van de eerder genoemde organisaties? Werkt de inzet van PGB’s voor de bekostiging afdoende?
(Dan is er nog een nostalgische vorm zorg, “Niets blijft, maar alles komt terug”, denk ik wel eens. Buurtzorg Nederland doet aan zorg vanuit het principe van de wijkzuster, die aan huis verpleegt en persoonlijke zorg verleent, maar wél in teamverband en bovendien in nauwe samenwerking met de huisarts. Teams van Buurtzorg waren er al in Aalburg en in Almkerk e.o. Daaraan heeft zich een drietal collega’s toegevoegd als team voor Werkendam/Sleeuwijk. Wat is er voor nodig om deze benadering van de ideale één-op-één vorm van zorg te realiseren? Wat betekent Buurtzorg Nederland voor de oprichting van zo’n team en het werkzaam voortbestaan ervan? Wat zullen de gevolgen zijn van de overheveling van dit soort thuiszorg – verpleging en persoonlijke verzorging – van de AWBZ naar de WMO? Hoe die op te vangen? Verschilt het concept van Buurtzorg Nederland van het nog nieuwere, er succesvolle Wijkzusters-concept van de Regionale Kruisvereniging West-Brabant (www.rkvwestbrabant.nl/wb/over-ons/de-wijkzuster-terug)? Als dat zo is, welk concept is dan aantrekkelijker? Als dat niet zo is, welke organisatie bevalt in de praktijk dan beter aan wijkzuster en huisarts? In welke gestalte belooft de wijkzuster meer en/of kost zij minder?)
Tenslotte kiezen de drie inleiders het zorg-initiatief of bedrijf uit, dat het beste voorbeeld biedt voor de wijze waarop de zorg in de huidige (financieel) benarde omstandigheden voor elkaar kan worden gekregen. Het initiatief dat het vaakst de verzuchting oproept: ”Zoals zij het doen (of hebben gedaan), zouden wij het zelf toch ook meer moeten doen!” verdient de Zorgbokaal van PA. Janpeter Hazelaar reikt de bokaal namens de jury uit en licht de keuze van de jury toe. Paula Jorritsma begon de avond en zij sluit die ook af. We drinken nog wat, elk naar zijn of haar behoefte, en ieder gaat uiterlijk om 23u00 zijn weegs.
Joost Kant – Jan Koekkoek – Jos Korthout – Geert Panhuysen